Hang het lam op de asado en span aan. Maak een vuur met houtblokken. Verdeel houtskool over het brandend hout. Eenmaal het hout gedoofd is, zorgen de kolen voor een gelijkmatigere warmteverspreiding. Plaats de asado met de binnenkant van het lam richting het vuur.
Maak de marinade door alle ingrediënten te mengen in een pot. Sop het lam in met een handdoek aan een stok, gedrenkt in de marinade, en herhaal dit elke 30 min. Blijf bij het ‘vuur’ en houd het onder controle. Draai na ongeveer 3 u het lam met de rug naar de kolen en laat nog eens 2 -3 u garen. Check geregeld de kerntemperatuur. Als die boven de 60 °C is, is het vlees gaar, maar idealiter heeft het een kerntemperatuur van 80-85 °C. Dan pas komt het vlees gemakkelijk van het bot. Haal het lam van het kruis, versnijd het of trek het uit elkaar en vermeng het naar smaak met de overgebleven marinade.
Besprenkel de tomaatjes met olijfolie en brand ze in het vuur tot het vel loslaat. Meng alle ingrediënten voor de marinade en laat er vervolgens de tomaatjes in afkoelen. Schep de tomaatjes uit de marinade en doe ze in een schotel. Verdeel er de rucola over en werk af met gerookte olijfolie.
Schil de aardappelen en kook ze gaar in water met de teentjes look en het zout. Giet de aardappelen af en passeer ze door een passe-vite tot puree. Voeg er de room, de boter en de verschillende soorten kaas aan toe. Meng op het vuur tot een gladde massa zonder klontertjes (dit kan +- 10 min duren). Breng de puree op smaak met peper en zout.
Serveer het lamsvlees samen met de tomaatjes en de puree.