Rasp de zeste van de citroen en pers er 40 ml sap uit. Snijd de sjalot in dunne plakken van 1-2 mm en doe ze in een kleine kom met 2 eetlepels citroensap, de suiker, ½ theelepel zoutvlokken en royaal versgemalen peper. Wrijf met de vingers de suiker en het zout door de sjalot en zet ze opzij.
Snijd de forelfilets in blokjes van 1,5 cm en meng ze in een andere kleine kom met olijfolie, 2 tl citroenrasp, 1 ½ theelepel zoutvlokken en royaal versgemalen peper. Zet de vis 30 minuten opzij – niet langer, dan wordt hij te gaar.
Doe als u de forel gaat serveren de boter en het komijnzaad in een kleine pan en zet hem op een halfhoog vuur. Laat de boter circa 5 minuten smelten, schud de pan af en toe om tot de boter begint te schuimen, bruin wordt, nootachtig gaat geuren en karamelliseert.
Verdeel de forelblokjes over de borden en schep de sjalot erop. Gooi eventueel vocht weg. Hak de pistachenoten grof en strooi met de dragon over de forel. Besprenkel de vis met de bruine boter met komijnzaad. Strooi er nog wat zoutvlokken over en dien de forel op