Harissa (uitgesproken als hah-ree-suh) is een hete rode chilipasta die oorspronkelijk uit Tunesië komt. Het wordt vooral gebruikt in de Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse keuken. Sinds enkele jaren is de smaakmaker ook bij ons makkelijk verkrijgbaar. Maar wat zit er nu precies in harissa? Hoe gebruik je het in gerechten? En hoe maak je het zelf?
Je kan de rode chilipasta gebruiken om gerechten meer pit te geven, om ze scherper te maken. Voeg een kleine hoeveelheid toe aan soepen, stoofgerechten, serveer bij vlees of vis of gebruik het als smeersel voor op je brood. Kortom, je kan het uitgebreid toepassen in de keuken.
Wil je de hete pasta ook thuis maken? Het is makkelijker dan je denkt. Bekijk hieronder het recept en ga ermee aan de slag.
BENODIGDHEDEN:
Voor ongeveer 150 g harissa
- 12 gedroogde chilipepers
- 3 tenen knoflook
- 1 eetlepel tomatenpuree
- 2 theelepels korianderpoeder
- 1 theelepel gerookte paprikapoeder
- 2 theelepels komijnzaadpoeder
- 4 eetlepels olijfolie
- 1 theelepel zout
BEREIDINGSWIJZE:
Verwijder van de helft van de rode chilipepers de zaden en zaadlijsten. Lust je het liever niet heel pittig? Verwijder dan alle zaden en zaadlijsten.
Neem een kom gevuld met kokend water en laat de rode chilipepers een uur in weken.
Laat ze uitlekken. Pel de knoflookteentjes. Mix de rode chilipepers, de knoflookteentjes, het korianderpoeder, de tomatenpuree, het gerookte paprikapoeder, het komijnzaadpoeder, de olijfolie en het zout in een blender tot een grove pasta.
Bewaar de harissa in een steriele pot met deksel. Giet een beetje olijfolie op de top zodat het afgesloten wordt van zuurstof. Harissa kan je op een droge, koele plek ongeveer zes weken bewaren.