Breng een pot met gezouten water aan de kook voor de noedels. Kook de noedels beetgaar volgens de instructie op de verpakking, giet af en houd warm.
Pindasaus: pers het sap van een halve limoen. Meng met de pindakaas, de sojasaus en 1 eetlepel olijfolie. Roer goed door en voeg een scheutje water toe als de saus te dik is. Hak de pindanoten grof. Verwijder de zaadlijsten uit de rode chilipeper en hak de peper fijn. Verhit een scheutje olijfolie in een pan en roerbak daarin de pindanoten en de helft van de rode chilipeper. Haal van het vuur en schep door de pindasaus.
Spoel de wortels goed schoon. Schillen mag, maar hoeft niet. Schil de rammenas. Gebruik een spiraalsnijder of dunschiller en snijd de groenten in slierten. Schil en rasp de gember tot je ongeveer 1 koffielepel hebt. Verhit een scheutje olijfolie in een (wok)pan, stoof de gember en de rest van de rode chilipeper tot de aroma’s vrijkomen. Voeg de wortel- en rammenasslierten toe en stoof kort mee. Hak het Thaïs basilicum (zie tip), de koriander en de lente-ui fijn. Snijd de rest van de limoen in partjes.
Schep de noedels bij de groenten, voeg de pindasaus toe en laat enkele minuten mee opwarmen. Proef en breng verder op smaak met de wokkruiden. Meng er het Thaïs basilicum en de koriander door en werk af met de lente-ui en een partje limoen.
Smakelijk!