Hazenpaté

Niets zegt dat je je uitgesloofd hebt in de keuken als zelfgemaakte paté bij het voorgerecht serveren. Maak tijdens het wildseizoen deze hazenpaté en serveer het met wat uienconfituur of veenbessen. 

Ingrediënten

4personen

Hazenpaté

Bereiding

Hazenpaté

Meng de rode wijn met de fijngesneden wortel, prei en selder. Doe het hazenvlees erbij en bestrooi met tijm, laurier, kruidnagel en gekneusde jeneverbessen. Laat dit 2 dagen marineren in de koelkast. Laat het hazenvlees uitlekken en reduceer de marinade tot in de helft in een pot op middelhoog vuur. Zeef de marinade. Bak het hazenvlees mooi aan in boter.  

Kuis de lever en haal de galkanalen eruit, of vraag dit aan je slager. Kuis de kelen, snijd de klieren en onzuiverheden weg en snijd in kleine blokjes. Snipper de ui fijn en kleur goudbruin aan in een pan met boter. Kook de kelen op 10 min gaar en maal samen met de lever 2 keer door een 5mm plaat in de vleesmolen. haal de ui en het hazenvlees een keer door de molen. Doe alles samen in een grote mengkom. Meng er het colorozozout, de marinade, de eitjes, madeira, peper, vanillesuiker en Luikse stroop onder.  

Neem een passende terrine en wrijf hem in met boter of smout. Vul de terrine met paté en sla de lucht eruit. Bedek de paté met het varkensnet en duw de kanten ervan mooi naar binnen in de pot. Bak de paté eerst in de oven op 95 °C tot een kerntemperatuur van 45 °C en daarna op 110 °C tot een kerntemperatuur van 70 °C. Koel af en bedek de paté eventueel met gelatine en garnering naar keuze.  

hazenpatépatéwildseizoenhaasWildvlees

Als je iets wilt aanpassen aan dit gerecht, vraag dan gerust onze AI-chef Lio om advies.

Vraag het aan Lio

Reacties